Bericht

Waarom het slechter gaat met de mus

Geplaatst op 1 april 2025, 09:00 uur
Illustration

Veranderingen in de natuur gaan vaak geleidelijk. Huismussen sterven niet uit van de ene op de andere dag, maar langzaamaan worden het er minder. Door vogels te tellen worden we ons daarvan bewust. Dan kunnen we ervoor kiezen om ons gedrag te veranderen en de huismus en vele andere stadsvogels weer een kans te geven. Wat kies jij?

Als kind van de jaren tachtig herinner ik me hoe vanzelfsprekend het was om de huismus te zien. Ze waren overal: ze zochten voedsel op mijn stoepje en kwetterden met z'n allen in onze heg. De huismussen hoorden bij mijn straatbeeld, een vertrouwde en vanzelfsprekende verschijning van bruintinten.

Steeds minder huismussen
Maar tegenwoordig voelt die vanzelfsprekendheid als iets van vroeger. Uit de jaarlijkse Tuinvogeltelling van Vogelbescherming blijkt dat de huismus nog steeds vaak wordt geteld, maar de aantallen op de langere termijn geven geen rooskleurig beeld. De huismus staat weliswaar hoog in de lijst – omdat ze nu eenmaal vaak in tuinen voorkomen en in groepjes leven – maar het aantal waarnemingen is slechts een schim van wat het ooit was. De stilte die achterblijft zonder huismussen, geeft aan hoe de wereld om ons heen verandert.

Groene tuinen en parken zijn nodig
De oorzaken liggen vooral in ons menselijk handelen. De groene tuinen en rommelhoekjes van mijn jeugd zijn te vaak vervangen door betegelde achtertuinen en te strak onderhouden parken. Uitzonderingen daargelaten. Daken worden geïsoleerd en kieren worden gedicht, waardoor de huismus steeds minder plek vindt om te nestelen. En met de drastische afname van insecten – het hoofdvoedsel van jonge mussen – wordt het voor deze vogel steeds moeilijker om zijn jongen groot te brengen.

Ont-tegel je tuin en plant een struik
Gelukkig kunnen we de huismus helpen, al is het een soort die niet altijd even gemakkelijk nieuwe plekken omarmt. Zelfs al komen ze niet meteen op jouw goede initiatieven afvliegen, je helpt in de tussentijd ook andere soorten. Hoe? Begin in je eigen tuin. Plant dit voorjaar struiken en bomen die van nature in Nederland voorkomen, zoals meidoorn, vlierbes en diverse heestersoorten. Hoewel huismussen voornamelijk zaadeters zijn, voeren ze hun jongen eiwitrijk voedsel, zoals insecten en geleedpotigen. Kies daarom voor bloemrijke planten die insecten aantrekken, en vermijd altijd chemische bestrijdingsmiddelen. Huismussen zijn ook dol op badderen. Dat doen ze in water – bijvoorbeeld in een platte waterschaal – maar ook in zand. Nog een reden om te ‘ont-tegelen’.

Help ook door te tellen
Je kunt ook meehelpen met het in kaart brengen van waar de huismussen nog zitten in Nederland. Naast de Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming kun je ook meedoen aan de Jaarrond Tuintelling. Of als je nog een stapje verder wil gaan, met de MUS-telling van Sovon Vogelonderzoek. Zo help je niet alleen de mus in je eigen tuin, maar draag je ook bij aan het in kaart brengen van de populaties in Nederland.

Tip van GroeneStad071
Heb je een kaal stukje muur over in de tuin of aan het huis? Plant een klimplant tegen je gevel! Mussen vinden het heerlijk om weg te duiken of te slapen in klimplanten. En is je schutting aan vervanging toe? Plant een haag! Hiermee maak je extra meters groen waar de mussen en andere vogels dankbaar gebruik van kunnen maken.

Lees het volledige artikel op Nature Today
Foto: Flagstaffotos via Wikipedia